Wij, (daar
bedoel ik mijn broers en zusters mee) zijn nog opgegroeid in
een tijd
waar ruimte was voor mens en dier.
Bij ons liepen de dieren los over het erf en wij speelden en ravotte als
kind er lustig op los,
mijn Moeder zei altijd er loopt hier niet één
varken
rond maar acht.
Dikwijls hoorde ik m'n Moeder vertellen dat ze varkens van jong had
en 'n beer van 'n vent.
Ik kan me herinneren dat het woord varken bij ons dagelijks werd
gebruikt,
maakte we te veel rommel dan moesten wij die varkensstal
ook opruimen,
lagen we te lang in bed, dan moesten die luie varkens
eens opstaan,
als we weer eens vuil waren van het spelen, dan waren
we vieze varkens
en liefdevol werden haar varkens (kinderen)
's avonds
weer gewassen en in bed gelegd.
Als kind begreep je die uitdrukkingen niet en dacht je er ook niet bij na.
Later toen ik zelf kinderen had (2 dochters) begreep ik opeens de
uitdrukkingen van m'n Moeder,
want ik had opeens zelf twee schatten
van varkens.
Onze kinderen kregen een berg wit zand voor te spelen, wat denk je ...
nee ze moesten zo nodig in het zwarte zand onder mijn planten gaan
zitten wroeten,
moesten ze naar binnen dan wrongen/vochten ze zich
door de deur.....
de deur was nooit breed genoeg en wat konden onze
kinderen een troep maken...
ja het leek soms op 'n varkensstal.
Toen ik er achter kwam dat we dus zelf twee varkens van
jong hadden
rond lopen,
zei ik tegen manlief: Jan ons mam had gelijk, nu begrijp ik
wat ze bedoelde met:
varkens van jong, luie varkens, vieze varkens,
ik
zal die varkentjes eens wassen enz., enz., enz.
Toen daarna mijn verjaardag
aanbrak kreeg ik van mijn man mijn eerste
houten,
door hem zelf gemaakt (houtsnijwerk) varken, met de woorden:
nu heb je geen twee varkens maar drie ... en het werden er al heel vlug
véééééééééél meer.
|